Een golfkartondoos wordt gemaakt van golfkarton en tot een doos gevormd door een reeks processen zoals snijden, gleufsteken, stansen, rillen en lijmen of nieten. Deze dozen zijn gebruikelijk in de dagelijkse logistiek en transport en worden veelvuldig gebruikt in de e-commerce-industrie, waardoor ze tegenwoordig een van de belangrijkste verpakkingsproducten ter wereld zijn.
Met de economische ontwikkeling zijn golfkartonnen dozen geëvolueerd van pure transportverpakkingen naar een combinatie van transport- en verkoopverpakkingen. Dit heeft geleid tot hogere eisen van de downstream-industrieën aan golfkartonnen dozen, waaronder uitstekende vormeffecten, productbescherming, voortreffelijke bedrukking, lichtgewichteigenschappen en een behoefte aan geïntegreerde verpakkingsoplossingen. Daarom is het essentieel voor professionals in de verpakkingsindustrie om de structuur van golfkartonnen dozen te begrijpen.
Hieronder vindt u voorbeelden en algemene structurele parameters van golfkartonnen dozen.
De afmetingen van golfkartondozen zijn er in drie vormen: buitenafmetingen, productieafmetingen en binnenafmetingen. Deze afmetingen bestaan uit de lengte, breedte en hoogte van de doos.
De hoog-laaglijn van een golfkartonnen doos verwijst naar het verschil in de vouwlijnen van de binnen- en buitenflappen. De vouwlijn van de binnenflap is iets lager dan die van de buitenflap, ter dikte van één golfplaat.
Bij afschuinen worden inkepingen in het golfkarton uitgesneden om het vouwen van de flap te vergemakkelijken. Dit proces hangt nauw samen met rillen en heeft een directe invloed op de nauwkeurigheid en het uiterlijk van de doos. Het midden van de inkeping moet op één lijn liggen met de vouwlijn, met minimale afwijking. Afgeronde afschuining voorkomt ruwe randen en verbetert het uiterlijk. De R-parameter bepaalt de grootte van de kerfopening, die niet te klein mag zijn om problemen met het verwijderen van afval te voorkomen.
Ook bekend als de lijmflaplengte, dit is een cruciaal onderdeel van de doosvorming. Normaal gesproken varieert de lengte van 30-45 mm, verstelbaar op basis van de lichaamsgrootte en de verbindingsmethode.
Er zijn drie hechtingsmethoden beschikbaar:
De lijmflap is aan beide uiteinden verschoven om interferentie met de flappen te voorkomen.
Ook bekend als de lengte van de buitenflap en de lengte van de binnenflap. Over het algemeen is de flap die met de langere zijde is verbonden en aan de buitenkant is geplaatst de buitenflap, terwijl de flap die met de kortere zijde is verbonden en naar binnen is geplaatst de binnenflap is. De binnenflap sluit niet volledig wanneer deze is opgevouwen.